Johan Rudolph Thorbecke op de bres voor spoor in Twente

hoofdstuk 12

Honderden malen ben ik in mijn schooljaren door het Bouwhuistunneltje gefietst, op weg naar vrienden en vriendinnen, of naar een voetbal­wedstrijd van Rigtersbleek, om Wim Bleijenberg en Gerrit Trooster te zien gloriëren. Ook koos ik vaak de weg door het tunneltje als ik naar school, Het Enschedees Lyceum fietste, het nieuwe gebouw bij De Kotten. Dat tunneltje, prachtig geschilderd door Klaas Bernink, had een gekke geschiedenis, vond ik zeker een halve eeuw later, toen ik in de historie van het spoor in Enschede dook en al gauw ontdekte dat het tunneltje was gebouwd om een eind te maken aan een ruzie.1

Dat zat zo. Op 1 juli 1866 kreeg Enschede een spoor en een station, aan de Oosterlijn die via Hengelo naar Zutphen liep. Jaren later wilden vooral textielfabrikanten een lijn van Twente naar de Achterhoek. Ze richtten in 1881 de Geldersch Overijsselsche Locaal Spoorweg Mij, de GOLS, op.2 Er rees een probleem, toen het Staatsspoor haar station in Enschede niet open stelde voor de treinen van de concurrent. Er viel zelfs niet te praten over een GOLS-station op het terrein van de SS, het Staatsspoor weigerde elke medewerking, uit concurrentieoverwegingen maar ook omdat die oplossing een ferme ingreep zou vereisen in het Volkspark. De GOLS bouwde uiteindelijk een eigen station, aan de noordkant van het SS-station, aan het Fortuinplein, mede op verzoek van enige fabrikanten, want hun fabriek kon dan een eigen aansluiting op het spoor krijgen. De twee spoorlijnen, die naar Hengelo en die naar Boekelo, Haaksbergen en verder, konden elkaar kruisen via de zogenoemde Twekkelerpoort, voor Enschedeërs het Bouwhuistunneltje, genoemd naar het café, enkele stappen verder.3 

Verder lezen?


Bronnen

13 / Thorbecke in Enschede, tijdje weg uit ‘sfeer van intriges en ambities’

Naar begin Geschiedenis