hoofdstuk 4
Het was in het begin van de zeventiende eeuw, na de Reformatie, toen de protestanten het voor het zeggen hadden gekregen. Uit brieven van predikanten en schoolmeesters vernamen we over de ‘paepsche dwalingen’ van de roomse schoolmeester Godefridus Matthei, die in Enschede bij de protestanten weinig goed kon doen. Aartslui was hij. Nog steeds had hij zijn colloquium niet afgelegd voor de Hervormde classis, de regionale vergadering van de protestanten. Hun predikant Joannes van Alkemade zond de classis vele brieven vol klachten over het afkeurenswaardige doen en laten van Godefridus.¹ Zo schreef hij in oktober 1623 dat de schoolmeester meewerkte aan …..
5 / Leer-, bewaar- en naaischolen voor katholieken in Larink Sticht