hoofdstuk 26
In het najaar van 1994, van 10 september tot 27 november, was in het Kröller-Müller Museum in Het Nationale Park De Hoge Veluwe een bijzondere tentoonstelling te zien van werk van de beroemde Nederlandse kunstenaar Bart van der Leck. Eén van de pronkstukken was een schilderij, olieverf op doek, 1.20 x 1.20 meter, dat de kunstenaar schilderde in 1910, nadat hij twee jaar eerder een voorstudie had gemaakt, een gouache in Oost-Indische inkt, op papier, 25,5 x 48,3 centimeter. Vroegen bewonderende bezoekers zich af waar het olieverfschilderij gemaakt zou kunnen zijn, de voorstudie maakte het duidelijk, het was een grote fabriek, met twee schoorstenen, een sliert van zwijgende mannen en vrouwen, die huiswaarts keren. Uit de gouache, die een breed beeld bood van die fabriek van vier verdiepingen vol werkhallen, lichtte de kunstenaar enkele tientallen mannen en vrouwen, geschilderd tegen toonloos grauwe fabrieksmuren, troosteloos en triest zijn hun blikken, vermoeid hun schreden, het Uitgaan van de fabriek, ‘mensen met gezichten als maskers, geen individuen, ieder een anoniem deel van de groep’.1
27 / Enschedese fabrikantenzoon introduceert voetbal in Nederland